dinsdag 4 januari 2011

Pluto

Ooit een weinig intelligent specimen van de soort koe, eentje dat bovendien de eerste tekenen van beginnende seniliteit begint te vertonen en licht dronken is van het gistende hooi in haar drinkbak, zien staren met bolle ogen naar een voorbijrijdende trein? Neen? Maar je kan je het wel voorstellen, en je weet dat dat niet meteen het toonbeeld is van helder begrip en diepe inzichten.
Zo ongeveer zag ik vandaag mensen naar me staren terwijl ik een voor mij volkomen logisch en dermate eenvoudig begrip probeerde te verduidelijken en dan drong het ineens tot me door dat als mannen van mars en vrouwen van Venus komen, ik In deze op planeet aarde vertoefde en zij ergens op pluto of omgekeerd wellicht en onze universums en hun wetmatigheden evenveel gelijkenis vertoonden als een witte kei en een zachte windvlaag in de zomer. Terrwijl dat besef tot mij doordrong, langzaam, en ik naar hun verwarde blikken keek en het lege knikken van hun hoofden in een poging om met het ja-knikken ergens onderweg ineens het licht te zien, kon ik een vage glimlach niet onderdrukken.
Terwijl zij probeerden vast te houden aan regels en afspraken en grenzen en inperkingen en standvastigheden en veiligheden, sprak ik alleen over dromen en wensen en ontgrenzen en het genot van de reizen en de voldoening van het risico.

En in plaats van op te geven, en me te plooien naar hun beperkte universum, ging ik alleen maar doordrammen, steeds verder, steeds wilder en onbegrensder en in mijn hoofd ging ik niet dromen van de zee, neen, ik ontwikkelde een zee van vloeibaar glas en bevolkte die met marmeren dolfijnen en ik schilderde de hemel vol jagende wolken van zijde en ineens had ik een bruikbaar idee dat zo eenvoudig was en helder en tastbaar, dat ook zij het begrepen en wij juichten en joelden en dankten de goden voor dit geweldige ogenblik en niets van dit alles is waar en alles eveneens.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten