Terwijl de woorden zich een na een laten neerschrijven en samen, hopelijk, een zin vormen en heel soms ook zin geven, schuifelt de tijd als een trage bejaarde dame moeizaam voorbij, onherroepelijk. Ik herlees de woorden en de zin en voel geen emotie. Ik zou de zin moeten schrappen en herschrijven en op die manier lijkt het alsof ik de tijd beheers. Ik verwijder de woorden niet en hoop dat de zin zin krijgt bij het lezen, straks.
Met doppler effect raast de rijd nu aan me voorbij en neemt de woorden mee in een tocht doorheen het universum. Ik staar ze even na en sluit de ogen.
Iemand fluistert een naam.
Een ster sterft ergens aan de hemel, maar het licht van de geboorte is nog onderweg.
De zee ruist.
Een witte sliert mist aan een helder nachtelijke hemel.
Het is bitter koud.
In het gras ritselt een dier.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten