"Het leven zit vol glazen wanden. Totaal onzichtbaar. Tot je er vol tegenaan knalt totaal onverwacht, in volle galop, knal met je kop tegen het glas aan. Bwaam. Je neus wordt verbrijzeld, je oogkassen breken, je tanden worden uit de mond geknald, je schedel scheurt en barst en je hersens lekken bloedend. Niemand kijkt om.
Een mens lapt zich op. Gaat aarzelend weer op pad. Kruipend eerst. Schuifelend opstaand. Steeds krachtiger. Tot de volgende knal. Een mens leert nooit", vertelt Dichter stil en het is stil in het Donker Kot.
"Gvd, Dichter", vloekt Knorpot grauw en rauw en donker, "wat een ongelooflijke zwartkijker ben jij toch. Zit er bloed in je lijf of alleen vloeibare tristesse en gesmolten heimwee naar iets wat je niet eens kent en verlangen naar het paradijs?"
Meisje sust en schenkt thee met cake en ze nippen van de hete drank en ze kauwen zwijgend en Dichter zegt dat zijn ziel geen harnas heeft. Dat hij door een woord en een beeld kan wakker liggen een nacht lang. Jankend in het donker.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten