Boerken staat met een brede harde borstel in de hand te turen over de polder waar de ganzen de akkers kaal vreten. Hij veegt het erf schoon. Hooi en stro en stof van de winter veegt hij op een hoop om die dan op te scheppen in de kruiwagen en weg te voeren.
De lucht is bijtend koud alsof het winter is en de zon wijst lente en verliest de strijd. Het kan Boerken niet schelen. Boerken veegt de resten van de winter van het erf. Zakenman heeft de winterbanden van zijn bolide gehaald en Knorpot vloekt winter en zomer.
In de verte waar de stad dreigend slaapt, dat sluipende monster dat het weinige groen insluit om het op te vreten, luiden de klokken en is het Pasen. Op de boerderij is het gewoon een dag en zo is het goed. Een dag is een dag. De zon komt op, klimt en gaat weer onder en dan komt de nacht. Pasen of niet. Boerken veegt verder. Zakenman drinkt espresso, zittend naast Stil Meisje en wat verderop schrijft Dichter ijverig en geconcentreerd. Knorpot stapt langs de Trage Stroom met de hond en Boerken veegt en het is Pasen in de stad.
Sent via BlackBerry offered by Proximus
http://www.youtube.com/watch?v=Ny4izkgnX_k
BeantwoordenVerwijderen