dinsdag 7 februari 2012

De nacht is een schaduw van licht

Ik heb mensen de dood ingejaagd. Hen laten leven in onzekerheid. Bewust. Tot ze kapten. Dood gingen. Gek werden. Ik heb mensen opzij gezet, uitgerangeerd. Voor het plezier. Omdat ik het kon. Omdat het me zo uitkwam. Ik heb mensen kapot gemaakt. Gezinnen uit elkaar getrokken. Mensen in zak en as achter gelaten. Ik noemde ze vriend en de dag erna liet ik ze vallen als een baksteen. Ik dacht enkel aan mezelf. Kom me nu niet vertellen, dat jij een Zakenman bent, Zakenmanneke. Ik ken die dingen zoveel beter. Ik was zoveel sterker dan Jou. Liegen en bedriegen. Ik was wild van de macht en blind. Ik ga om niets of niemand. Iedereen die me in de weg zat, maakt ik kapot. Simpel.


Knorpot spreekt en de anderen zijn stil. Knorpot tikt De Gladde Zakenman in zin strakke pak tegen de borst. Hard en trefzeker.

Je bent een beginneling. Een sukkel. je neemt Dichter op sleeptouw. Hij weet niet beter. Dichter heeft talent, maar zijn ziel is te rein. Laat Dichter met rust. Dichter kan dit leven niet aan. Dichter gaat je afmaken. Hij is slimmer en sneller dan jij ooit zult zijn, Zakenman. Hij is sneller als ik ooit geweest ben. Hij maakt ons allemaal kapot. Omdat hij zakendoen ziet als het schrijven van een verhaal. Wij worden woorden en zinnen en verhalen en hij schrijft waar hij zin in heeft. Hij schrijft ons stuk en doet dat ook in het echt. Laat Dichter met rust. Laat hem schrijven. Maak hem niet tot Zakenman. Er is geen betere. Maar nadat wij allemaal verwoest zijn, stort hij in. En de eerste die hij zal stuk maken en vermorzelen, ben jijzelf, sukkel.


Het wordt nog stiller aan de tafel.

De nacht is een schaduw van licht.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten