dinsdag 7 februari 2012

Dichter en het zand

Het Stille Meisje komt aan de verweerde tafel zitten en kijkt De Droeve Dichter diep in de ogen. Ze legt een hand op zijn hand en praat met droeve ogen en gebroken stem. Haar praten is het ruisen van de zee, het buigen van het gras op de duinen.
Ze bezweert hem de diepe droefenis achter zich te laten, het licht te zoeken en niet het duister, ze huilt tranen die smaken naar zee en Dichter huilt mee. Dichter huilt om zichzelf. Hij weet niet waarom hij huilt. Hij weet dat hij huilt om zichzelf. Het meisje praat lange zinnen en haar woorden zijn verhalen over de onmetelijke zee en de schepen die er varen.

Ze neemt hem bij de hand en ze zweven door het raam naar buiten over de velden. De velden zijn kaal en kil en donker en hun zielen zweven laag over de polders. Ze trekken een spoor van nevel.

"Wees sterk, Dichter", zegt zij, "Vecht. je hebt talent. Je schrijven is mooi. Je woorden raken mensen, je zinnen maken werelden en je verhalen zijn de kosmos, telkens weer. Vecht, Dichter, vecht tegen je eigen duistere zijde. Tegen je landerigheid. Tegen de duisternis. Het donker. Vecht tegen de nacht. Het licht is niet wit. Het licht is niet zwart. Het licht is van de zon. De wind is van de zee. De rivieren stromen van de bergen naar die zee. Het strand is zand. Je kijkt naar je hand en ziet het zand wegglippen. Je knijpt en het loopt weg. je houdt je hand open en het loopt weg. En dan? Zolang het wegstroomt, dat zand, heb je mee zand op je hand dan je hand dragen kan. Zodra weggelopen is wat overtollig is, stroomt er niets mee weg. Vertrouw me."

Ze zweven langs polders en dorpen en steden en langs de brede stroom naar zee en ze zwenken over de duinen en Dichter voelt licht in zijn ziel.

Later zal ik glimlachend denken aan deze tocht.

Knorpot schrijft.

Ik was jong en donker. Ik was oud en donker. Mijn ziel was grauw en gekrast en gescheurd. Ik had levens verwoest. Ik had veel levens kapot gemaakt. En ineens werd ik verschroeid door pijn en duisternis. Ik ging dood. Ik was dood. Ik keek door het raam. Iemand sprak. Ik kon vliegen.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten