zondag 16 december 2012

Dichter en het Serpent


Droeve Dichter schrijft zich tot Dichter en met die woorden schrijft hij zich en een leven dat begint bij het eerste woord en dat eindigt net voor het finale punt dat de Dichter achter de woordenzee zet.


Daarvoor en daarna was er niets dan wit en stilte en leegte en de adem die dacht geluid te worden en het beeld dat niet bestaat zolang het niet gedacht wordt en het woord dat niet is zolang niet geschreven. De zee bevroren en verdampt. De angst bezworen in de draaiklok van het leven en het leven bezworen in diepe slaap en de dromen die de nacht bewaken.

Dichter wandelt langs de Trage Stroom en er is zon en de hemel kleurt licht blauw en is van glas en Dichter is omzichtig want glas is breekbaar. De Trage Stroom is een kruipend serpent onderweg naar zee door dit vlakke land.

De noen is een roestig mes. Het gras is van metaal. De lucht is van glas. De stroom is een serpent. De zon is een schaduw. Dichter sluit de ogen en wacht.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten