In een bad in een stad in een land ligt iemand en hij wil zijn wonden likken als een gewond dier en hij weet nog waar ze zaten, maar hij vindt smaak niet meer van open vlees en etter en bloed. Iemand beseft hoe lang dat geleden is. Iemand weet niet hoe lang. Iemand weet wel dat dat lang geleden is. Heel lang.
Iemand in een bad dat zich vult met veel te heet water, maar hij merkt het amper.
Iemand wil zich wentelen in zelfbeklag en pijn en ellende en de vreselijke dingen die zijn ziel kerfden en zijn huid hebben opengereten. Hij doet het niet.
Het bad is helend warm en het ruikt naar lavendel en het schuim is wit en mals in een bad in een stad in een land, nergens.
Iemand wil tegen de maan janken. Uit gewoonte, omdat dat in zijn merg gesleten is, maar er is geen maan en het janken komt niet uit zijn strot en hij kan het gevoel niet vinden.
Iemand ergens in een bad in een stad in een land, vraagt zich af, in stilte en durft de woorden niet te schrijven in zijn hoofd.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten