Droeve Dichter komt uit de badkamer en Boerken en Knorpot staren hem aan alsof hij een geest was, zo bleek en gegroefd is hij, en ze vragen hem wat er scheelt en Dichter vertelt dat hij vandaag tot twee keer toe dacht dat Stil Meisje iets vreselijks overkomen was en dat hij niets kon doen, machteloos was en zich zo voelde en wanhopig ook en dat hij zich tenslotte ook schuldig ging voelen. "Twee keer was het niet zo", zegt hij stil en droef, "maar het gevoel was tastbaar als marmer."
Knorpot snuift luid en gromt dat Dichter begot denkt dat hij God is en dat alles wat mensen overkomt, zijn schuld zou zijn en dat dat behoorlijk onbescheiden is en ronduit stom.
Dichter knikt en buigt het hoofd en Boerken lacht vals en vraagt waar Stil Meisje dan wel is.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten