"Vlaamse schrijvers schrijven zoals Vlaanderen is", zegt Knorpot ineens en onverwacht als een onweer dat hoog in de bergen ineens opsteekt, "slordig, smossig, zonder planning of overzicht, ongeregeld, met bijgebouwen en kotjes en stallekes, met straten die tussen de huizen geslngerd worden, met dorpen die zich aan elkaar laten rijgen door lintebebouwing langs lelijke steenwegen en met industriezones die tot diep in de polders om zich heen klauwen. Op hun best zijn Vlamingen boeiend in hun lelijkheid. Zoals Boon. Op hun slechtst zijn ze armoedig en saai als Claus. Nederlanders schrijven ook zoals Nederland is. Netjes. Geregeld. Doordacht. Gepland. Ordentelijk. Op hun best zijn ze boeiend in hun gelaagdheid. En op hun slechtst zijn ze saaier dan het telefoonboek van Amsterdam."
Er valt stilte. Even.
"Als dat klopt, zagevent, dan hou ik van de Zuidamerikaanse schrijvers", zegt Dichter, "die schrijven zoals die machtige Amazone, kronkelend, onstuitbaar, meanderend, smal en hevig stromend, breed en loom duwend, lang en omstandig, rijk."
Boerken zucht en klaagt dat het toch wel niet te geloven is waaraan die oude Zagevent en die jonge Zeurpiet hun aandacht besteden en waarmee ze hun tijd doden en hij vloekt en miljaart en tiert dat het maar blijft regenen.
"Misschien hadden de Maya's gelijk", zegt Dichter dan, "We denken: het einde van de wereld? Haha, lekker niet. Maar wat als 21-12-12 nu eens het begin was van het einde. De dag waarop de wereld kantelt. Die dag waarop we het point of no return bereiken. Die dag waarop we als mensheid zoveel hebben ingegrepen in de wereld en de natuur, dat die vanaf nu versneld kapot gaan en we niets meer kunnen doen."
Meisje kijkt naar buiten. Het is Kerstdag en het waait stevig en het blijft regenen en het is warm.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten