"Een heel Gelukkige Kerst, klootjesvolk", bromt Knorpot en hij kapt een glas wijn half naar binnen en half over zijn witte hemd dat nu diep rood kleurt alsof iemand hem in de borst heeft geschoten en hij klopt Boerken op de schouder en daarna kust hij Meisje op het voorhoofd en ook Dichter. Met zijn aangeschoten hemd nat van rode wijn tegen zijn lijf geplakt, steekt hij de straat over en hij laat zich opvreten door de stad.
Het is stil en Boerken en Dichter en Meisje staren naar de vlammen van de open haard en ze zeggen niets. De avond dwarrelt omlaag.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten