Droeve Dichter zit aan de bleke verweerde tafel van ruw hout. Die stevig is als de stam van een boom en ruw als de schors en waaraan mensen kunnen zitten als de takken aan de stam met hun verhalen als bladeren en het ruisen van de wind fluisterend in hun woorden. Waar hij met het Stille Meisje thee drinkt met blaadjes uit China of witte wijn en waar hij rode wijn drinkt, smossig en morsig en gulzig als de Droeve Dichter hem bewoont en waar Knorpot Duvel drinkt en waar Boerken jenever drinkt uit om het even welke glazen en desnoods aan de fles alsof het water zou zijn en waar Zakenman met hun allen meedrinkt, want hij is wat hij is: een kameleon.
Dichter zit aan de verweerde tafel en schrijft traag een paar woorden. De avond lepelt traag en hij eet de zinnen langzaam. Het witte blad wordt vol geschreven met leegtes en zwarte woorden en zinnen en soms beelden in zinnen bevroren voor wie ze leest.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten