Soms zijn vragen mooi als vraag en behoeven ze geen antwoord. In 'Proeven van Liefde' van Alain de Botton, stelt hij in hoofdstuk 9, dat 'Schoonheid' heet, een geweldige vraag: 'Baart schoonheid liefde of baart liefde schoonheid?' en ik aarzel verder te lezen. Ik klap het boek dicht. Niet vandaag.
Ik open het boek opnieuw, willekeurig nu en lees: 'Noch lagen de woorden geheel in mijn handen. Te veel anderen hadden ze al in handen gehad, ik was in een bestaande taal geboren, ik had de ziekte niet zelf uitgevonden- en dat tweedehandse karakter bracht zowel problemen als voordelen met zich mee.' Ik proef de zin tastend zoals je wijn proeft, en zoek de zinnigheid van wat er staat.
Ik zie er vooral de voordelen van. De woorden die ik gebruik zijn niet de mijne. Ze zijn beladen met eeuwen gebruik, dat ze rijker heeft gemaakt. Elk woord is een universum geworden waarin resten te vinden zijn van honderdduizenden mensen en honderden jaren geschiedenis en miljoenen interpretaties en nuances. Een woord is telkens hetzelfde en telkens anders. De taal waarin ik geboren ben is me even eigen als het lichaam dat me gegeven is en is krachtiger dan mijn botten, spieren en pezen ooit zullen zijn. De woorden zullen me overleven En zullen nooit de mijne zijn. Ik leen ze even en het enige wat ik ermee mag en kan doen is de volgorde bepalen waarin ze in zinnen passen en de ritmiek van de zinnen. De taal die spreek en schrijf is uniek, de woorden niet. Mijn taal is woordvolgorde en woordvolgorde schept betekenis. Niet mijn betekenis. Uw betekenis.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten