Mensen zijn een bijzondere soort. Ze zijn een genetisch algoritme. Een vergissing van de natuur zo lijkt het.
De diersoorten zijn geprogrammeerd om de natuur te ondergaan en ontsnappen slechts over honderduizenden generaties heen aan veranderende omstandigheden, door een reeks van onmerkbaar kleine genetische mutaties, waardoor ze hun algoritme beïnvloeden. Dieren leven het leven waarvoor ze geboren zijn en kunnen er niets aan wijzigen en er niet aan ontsnappen. De natuur, dat chaotische samenspel van toevalligheden en wetten, laat hen leven, of ontneemt datzelfde leven.
De mens kneedt het eigen leven, beheerst net voldoende natuur om er meestal een beetje grip op te hebben en om van de vreselijke willekeur, schijnbare controle te maken. Als de natuur toch toe slaat, onder de vorm van stormen, droogtes, overstromingen, aardbevingen, vulkaanuitbarstingen, tsunami's, de pest of Spaanse griep, dan zijn dat calamiteiten.
De mensensoort is de eerste diersoort die de natuur kan beïnvloeden, die het algortime van de natuur mee bepalen kan. Door de industrie, door de veeteelt, door ontbossing, het bouwen van reusachtige dammen, door het uitroeien van diersoorten, het lozen van kernafval, het verlaten van de aarde, ...
De mensensoort is een vergissing van de natuur, zo lijkt het. Enerzijds.
Anderzijds. De natuur heeft geen wil, geen richting, geen plan of doel. Het is een genetisch algortime. En ineens was daar de mensensoort. Als nieuwe factor in het spel van wankele evenwichten en ingewikkelde wetmatigheden en totale chaos. En de mens nam. Zonder wikken. Enkel beschikken. De mens is een speling van de natuur zelf.
De mens is een bijzondere soort.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten