Ooit heb ik bij het water gestaan. En ik heb geroepen over het water. En wat ik riep is tussen mij en het water en de wind die mijn woorden droeg. Er waren geen oevers en wat ik riep keerde niet terug. Mijn woorden zijn een reis begonnen. Over het water zonder oevers.
Wat ik riep was geen woede, geen angst, geen frustratie. Wat ik riep was oprecht en eerlijk en het voelde fijn om dat te kunnen roepen. Niet bevrijdend. Niet helend. Gewoon fijn. En noodzakelijk.
Het water was stil en de wind luw. En na mijn woorden was er stilte.
Ik koester stilte. Van alle gewaarwordingen is stilte de meest ingrijpende.
Stilte is alles.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten