woensdag 26 juni 2013

Alleenzaam

"Ik kniel op het zand van het strand en rust op mijn hielen, mijn tenen gekromd in de natte aarde die fijn voelt en warm en ik leg mijn voorarmen neer en tenslotte rust mijn voorhoofd daar waar het water de kust raakt en het kille water schrikt me wakker. Ik sta op en het zand plat aan mijn knieen en armen en mijn voorhoofd als de korsten van een schaafwonde. Ik stap alsof ik geen macht heb over de eigen benen wankel naar de duinen en daar zoek ik de luwte van de duinen en het duister uit de zon en de kilte van de schaduw. Het voelt niet veilig. Het is er koud en alleen en stil. Het is mijn plek geworden. Ik vertel mezelf dat ik er alleenzaam ben en ik weet dat dat een leugen is, maar soms zijn leugentjes er om bestwil, ook als je jezelf wat voorliegt."
Dichter legt het potlood neer. Hij zit onder de Es. De hemel is grijs. In de verte ruisen de populieren in de Noorderwind. Het licht is scherp. Dichter leest niet wat hij schreef. Hij kent de woorden. Het zijn de zijne.


Sent via BlackBerry offered by Proximus

Geen opmerkingen:

Een reactie posten