Dichter ligt in een hangmat. De wind maakt wiegende bewegingen en hij drijft op het water. Zijn gedachten zijn bomen in een bos. Zijn adem is een zwartblauwige vogel op het grasveld. Zijn handen zijn de schaduw van hoge wolken. Hij drinkt de geluiden van de stad in een klein smal glas. Een vlieg kruipt over zijn vel en hij slaat in een vergeefse poging de vlieg te doden. Een tweede keer lukt het wel.
Het gras is vetgroen uit een tube. De lucht is een heftige witte spot die in zijn ogen krabt. Hij maakt er spleetjes van en tekent zo witte lijnen als een ster in zijn gelaat dat roodbruin kleurt als kastanjes. In de hangmat laat hij zich innemen door de slaap en daarna zijn er de dromeloze dromen als een open mond.
Dichter is nu lichter.
Sent via BlackBerry offered by Proximus
Geen opmerkingen:
Een reactie posten