donderdag 13 juni 2013

Regendag

Boerken is in goede doen. De wereld is grijs. De wolken drukken de polder plat en het regent zonder ophouden en mals. Boerken vloekt en miljaart niet. De weides lagen droog en werden schraal en kaal. Nu slorpt de aarde dorstig het verse water en drinken de graszoden zich gulzig vol. De paarden staan met de kont tegen de wond en grazen niet. Ze kijken. Naar iets.

Boerken staat bij de omheining in een oliejas met een waterdichte hoed op zijn hoofd. Als hij iets omlaag kijkt, loopt er een straaltje vanaf de rand van zijn bruinvuile hoofddeksel naar de grond. Boerken staat bij de weides en kijkt naar de paarden. Hij grijnst en niemand ziet het. 

Straks, als hij het Donker Kot binnen gaat, babbelt hij met Meisje en zoekt hij ruzie met Knorpot, leest hij een stukje van Dichter dat hem raakt, of niet, laat hij zich meevoeren met de grootse verhalen van Zakenman en daarna gaat hij naar de weides en haalt er de paarden een na een binnen om de nacht binnen te staan. In de stallen. 

Het regent. De regen is een ritme. De hemel is laag. Hij heft de schouders hoog. De wereld rolt voorwaarts en langzaam en aarzelend en valt dan stil gestremd in de regen en de verse modder. De polder en de hemel erboven scheuren los zonder geluid. 



Sent via BlackBerry offered by Proximus

Geen opmerkingen:

Een reactie posten