Het terras is wit licht overgoten. Meisje eet zuinige hapjes en drinkt een wit wijntje dat glanzend de zonnestralen vangt en weerkaatst. Ze grapt en lacht en haar stem klatert fris als de bergbeken in de lente. Ze vangt de zon op haar huid van blote armen en benen en nu en dan plooit ze haar jurk even anders en recht ze haar rug tegen de leuning. Achter haar vallen de schaduwen van stilte en het universum plooit dicht en ze vergeet de dingen die daar zitten en die verdwenen zijn. Haar leven staat voorwaarts. A is B en B is Z, ze bepaalt zelf de regels en wint altijd. Ze is een Godenkind. Een Engel met een B. De mensenkinderen in haar zon genieten en die in de schaduw lijden. Verzwegen beelden tranen als dunne wolken om haar hoofd even en ze slaat ze weg in een zacht gebaar en daarna gaat het leven door. Elke hap. Elke slok. "Kunnen we nog een wijntje?" Het leven staat voorwaarts. In haar wereld is geen onder en boven, geen vroeger en straks, geen waar en onwaar."
Sent via BlackBerry offered by Proximus
Geen opmerkingen:
Een reactie posten