"Ik geloof in de kracht van woorden", zegt Dichter ineens en zijn woorden zijn als een bijl in het jonge hout van de stilte in de kamer waar ze zitten tussen muren en gevangen in zichzelf en dit leven. Knorpot kijkt op van zijn krant waarin letters de polonaise dansen als steeds en Meisje legt voorzichtig als het eerste ochtendgloren glazen en borden en messen en vorken op de verweerde tafel want het is noen en hun magen zeuren om eten. Zakenman zit verderop met zijn smartphone die de spil is van zijn kleine grote gore wereld. "Komt Boerken ook?" vraagt Meisje en haar stem is vallende sneeuw. Ze aarzelt en zet dan toch het vijfde bord op tafel en net dan duwt Boerken in een volle bel van vers hooi de deur open en de Noordoosten wind blaast de eerste herfstige bladeren naar binnen en de kilte van de verre fjorden. Het ruikt er naar bomen en gras en oranje en geel en blauw. Veel blauw.
"Zeg me dat het goed komt", zegt Dichter. Hou me stevig vast en zeg dat het goed komt. Genees me. Troost me." Hij legt zijn hand om haar pols en kijkt op. "Ik schrijf je een gedicht. Het is een warm rood geschenk en het smaakt naar aardbei met munt."
Sent via BlackBerry offered by Proximus
Geen opmerkingen:
Een reactie posten