Hij is golven. Zijn zee. Hij is geloven. De golven zijn dof. Zij praten met een donkere stem en bij het strand breken ze in fluisteren. Zij is strand. Hij is fluisteren. Zij is luisteren. Zij fluistert. Hij luistert. Hij is de woorden die volgen. Hij is golven. Zij is de woorden. Zij zijn geloven.
Sent via BlackBerry offered by Proximus
zò mooi!
BeantwoordenVerwijderen