"Ik denk aan Zee", schrijft Meisje. Meer staat er niet geschreven op het vel papier dat Dichter leest en herleest. Vier woorden die een zin maken die Dichter honderden keren leest op honderdeneen manieren. Hele werelden openen zich en sluiten weer, vouwen zich dicht en verdwijnen in de tijdloze ruimte. Dichter denkt aan Meisje. Dichter denkt aan Zee. Dichter denkt aan Meisje aan Zee. Dichter droomt met de ogen open en in zijn dromen wandelen zij langs de vloedlijn. De gloven zijn mals en gepolijst als een marmeren beeld. Het strand is vlak en korrelig als mijn huid, denkt dichter. Hij neemt haar hand, in zijn droom en ze wandelen verder. Heel even hand in hand. "Ik loop moeilijk hand in hand" zegt Meisje. Dichter glimlacht. Je zweeft, denkt hij. Op haar rug ziet hij de twee vleugels. Zij laat geen voetsporen op het strand. Meisje denkt aan Zee.
Sent via BlackBerry offered by Proximus
Geen opmerkingen:
Een reactie posten