De merel is een vogel, alsook de mus en de ekster. Er zijn nog andere vogels. De fuut. De eend. De koolmees. De kraai. Het roodborstje. Allemaal een bek, twee poten, een staart en twee vleugels.De bek dient om te eten. De vleugels om te vliegen. De staart voor het evenwicht en de richting. En de poten dienen om te staan als de vogel niet vliegt. De natuur is een mooie zaak. En een vogel heeft twee ogen. De staan bij de bek, want een vogel moet kunnen zien wat hij door dat onderdeel naar binnen werkt. Stel je voor. Een vogel staat vol veren.
Ik heb een fascinatie voor de natuur en heb een grote bewondering voor biologen, want alleen de natuur kan zulke mooie levende wezens bedenken die zo vernuftig in elkaar zitten en alleen de biologen kunnen aan ons, gewone stervelingen, uitleggen hoe vernuftig dat allemaal wel is. Zwemvogels, bijvoorbeeld, kunnen ook drijven. Zij hebben vliezen tussen de tenen aan hun poten en met die vliezen kunnen ze onder zich het water verplaatsen en zonder de fysica daarvan te begrijpen, bewegen zij zich daardoor voort op het water als waren ze trappelende boten.
Kraaien kunnen tellen. Tot 3. Ze tellen 1,2,3, veel. Het zijn verstandige vogels. Dat betekent dat ze iets minder stom zijn dan de doorsnee vogel, want die is ronduit volslagen leeghoofdig.
Een kip is ook een vogel. Een kip is dom. En dient om te worden gegeten. Ongeveer zoals de kalkoen. En sommige delen van de gans.
Ongeveer zo werkt het onderwijs.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten