Brussels by night. Allemaal lichtjes. Zo was het gisteravond, bijna nacht. Ik verliet het restaurant. De anderen staken de straat over om nog een pint te drinken en ik zocht mijn auto, een straat verder. Brussel is mooi, 's nachts. De lanen zijn vrijwel leeg. De tunnels even donker en donkergrauw en slecht verlicht als overdag, maar vrijwel leeg en verlaten.
Ik verlaat Brussel langs de steenwegen die lelijk zijn en zich tussen huizenrijen over het glooiende land leggen in een hel ros licht.
Op de radio zachte muziek. Ik rij niet te snel en bedachtzaam. Een kruispunt verder staan twee auto's frontaal tegen elkaar aan. De blauwe zwaailichten verlichten zenuwachtig de straat. Ik draai de muziek harder. De weg deint op en neer. Het landschap rond me is donker en leeg. Mijn hoofd vult zich met gedachten die op hun beurt leeg blijken en me niet weten te vullen. De verkeerslichten blijven groen.
In Japan beeft straks de aarde, maar ik weet dat nog niet. Eerst ga ik slapen en morgen hoor ik het op de radio. Nu is alles peis en vree en rust. Het leven kabbelt verder. Onder het zee oppervlak bouwt de spanning zich al eeuwen op. Een aardplaat wil onder de andere glijden, maar er is enkel weerstand. Binnen een paar uur gebeurt het toch. Een paar decimeter. Een slag van de vleugels van de vlinder. Het leven van vele honderdduizenden mensen in een paar luttele secondes voorgoed van koers gewijzigd.
's Ochtends luister ik naar het nieuws op de radio. Ik zie er geen beelden bij en dus maken de woorden weinig indruk.
Brussel by night. Ik zie het silhouet van de donkere basiliek, en duik er onder, de tunnels in. Brussel is stil. De auto glijdt over de Vlaamse wegen. De rosse lichten tunnelen over me heen. In de verte blauwe zwaailichten. Het is na twaalf.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten