Iemand zit in de schaduw. Alleen. De schaduw is kou. Donker. Verderop zitten mensen in de zon. Ze praten. In de schaduw schuilt iemand.
Na de dag komt de avond komt de nacht en wordt alles schaduw en zit iedereen in de schaduw en is schuilen onontkombaar. Iedereen schuilt in de schaduw van het nachtelijk donker. En we worden bang.
We ontsteken lampen en schuilen in hun licht, wat troost biedt en rust.
Iemand ziet hoe mensen praten. Iemand hoort stemmen maar zit te ver weg om de woorden te begrijpen. Iemand sluit de ogen en probeert te slapen.
Iedereen is iemand is niemand is iedereen. Alles gaat in cirkels en dan weer net niet. De kop bijt net niet in de staart.
In de schaduw telt iemand de uren niet langer en iemand wacht op het troostende donker van de nacht.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten