Het glas is leeg, zegt Dichter.
Juist, zegt Zakenman, en fout. Want dat je precies dat ziet, is zo typisch jou, Dichterke. Als ik dat glas zie, dan denk ik meteen: waar is de kraan? Dat is positief denken. Zo kom je ergens in dit leven.
Boerken, die staan kijken en luisteren heeft, maakt een wegwerpgebaar naar de Zakenman en grommelt: Loop naar de pomp met uw positiviteit.
Ze kijken hem aan en Knorpot tenslotte, die grijnst cynisch en tevreden.
Geweldig, zegt hij.
Geweldig hoe jullie dit hier bedenken. Want dat is exact waar het over gaat als iemand met een leeg glas staat en je zegt hem om naar de kraan te zoeken: eigenlijk zeg je dat hij naar de pomp kan lopen. Dat ik dat zeggen moet, als opperkoning van het sarcasme. Het goeie antwoord, Zakenman, is geen woord. Dat is een gebaar.
Knorpot pakt de karaf, gaat naar de kraan, vult de karaf, komt terug aan de tafel zitten en vult het glas niet. Dan glimlacht hij en van onder de tafel haalt hij een open fles rode wijn en hij giet een goeie scheut in het glas van Dichter. Zonder woorden.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten