zondag 27 mei 2012

Een droom in een herinnering in een droom.

Droeve Dichter heeft Goeroe tot bij de poort gebracht en Goeroe is vertrokken langsheen de klauwende stad en Dichter is gaan zitten en heeft geschreven over alles en niets en nergens en ergens.

Ik schrijf.
Urenlang.
Ik hunker.
Een leven lang.
Ik wil ergens zijn.
Ziels lang.
Ergens.
Nergens.

Ik zit in de lage plastieken stoel die helemaal stuk is en gebroken en geen poten meer heeft en die ooit wit was en nu grauw is en ooit soepel en zacht en glad was en nu hard en ruw. Die daardoor mooier is en doorleefder. Die me past.

De zon roostert mijn huid.
Ik zou zo graag ergens liggen.
Ooit.

Ik sluit de ogen.
Ik hoor de wind.
Ik voel de wind.
Over de paardenbak met zeezand schuurt de wind
en het zout dat gevangen zit in het zand
waait in mijn neus en ik ruik de zee.
In de lucht schreeuwen arrogante meeuwen.

Ik sluit de ogen en spreek zacht.
Een droom in een herinnering,
een herinnering in een droom.

Blijven.
Blijvend.
Weet ik.

Ik verbijt een pijn.
Ik heb geen pijn.
Ik schrijf: pijn.


Ik zit in de tuin.
Alleen, verborgen.
In de zon.

In de lage stoel.

Ik verbijt het.
Ik droom.
Ik durf niet te dromen.

Ergens is nergens heen.
Een herinnering in een droom.
Een droom in een herinnering.
Verdichting.


Geen opmerkingen:

Een reactie posten