Dichter zit glunderend achter een blad papier en schrijft en schrijft en de woorden rollen uit zijn pen als was het regen die uit de donkere onweerswolken plenst en de droge aarde overspoelt en tot modder maakt die over velden en wegen spoelt. De Dichter kijkt scherp en zijn kin gaart naar voren en het puntje van zijn tong priemt tussen zijn lippen en Knorpot die denkt dat cynisme een gave is, kijkt hem aan en zegt 'Zo Dichterken, heb je zin in je leven gevonden? Voor hoe lang? Tot de volgende vogelscheet die u ongelukkig maakt en zwart zodat ge het leven niet meer ziet zitten en de zin verliest te eten en te drinken en te ademen en ge liever dood was dan levend?'
Dichter kijkt niet op en schrijft verder en op zijn blad papier groeien personages die geschreven worden tot leven in woorden en die hun eigen leven gaan leiden in woorden en die de schrijver gaan bevelen en de Dichter verliest de controle over zijn geschreven levens en de geschreven levens zuigen de woorden en de energie en de verhalen uit de schrijver Dichter.
Ik fluister mijn woorden. Ik wil ze schreeuwen. Het fluisteren doet me leed.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten