Goeroe is er ook vandaag in de tuin vlakbij de klauwende stad in de arm van de trage stroom die twijfelend doorheen de polder meandert. Goeroe drinkt rode wijn en praat zorgvuldige woorden die hij voorzichtig uitspreekt.
Hij praat met Droeve Dichter in de schaduw van de Es en de Kastanjelaar op het gras dat vers gemaaid is op de dag dat de geest de zielen van de mensen leven inblaast als was het gloeiend wit licht. Het is warm in de tuin en in de polders blakert de zon het gehooide gras droger en droger en droger en de zon klimt onmerkbaar hoger.
Goeroe praat over lief en leed en over geloof en twijfels en hij luistert met het hoofd schuin naar het hortende en stotende verhaal van Droeve Dichter en Goeroe praat over praten en hoe woorden elkaar kunnen vinden en zich dan kunnen breien tot zinnen en beelden en verhalen. Goeroe kijkt in de Droeve Ziel en probeert de boze dromen die daar rondwaren te bezweren en hij drinkt rode wijn die warm wordt in de zon.
"Je kan me niet helpen, Goeroe", zegt Dichter, "want de stilte die de stormen moet bewingen, is in mij en ik moet haar vinden en de verdovende kruiden die de termieten moeten verlammen die anders onophoudelijk mij en mijn ziel leegvreten, moet ik planten en voeden en verzorgen en oogsten en de balsememde planten die mijn bloedend hart moeten genezen ga ik zaaien en oogsten en verwerken tot koele pasta die ik kan smeren over mijn kloppende, jeukende en hunkerende hart."
Goeroe zwijgt want hij is bang van de tristesse in de woorden en de schier onmogelijkheid van wat Dichter wil bereiken.
Zij drinken rode wijn en staren over de polder. In de uitbundige hemel tekenen dunne slierte wolken abstracte beelden. Dunne lijnen die vliegtuigen daar achter lieten en die door de hoge winden die daar koud zijn en vijandig.
Dichter kijkt op en vraagt zich af hoe hoog die wolken daar hangen. Goeroe kijkt naar zijn glas dat leeg is en zoekt de fles in de schaduw.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten