'Ge vraagt mij na te peinzen over de zin van het Leven, Dichterke", zegt Boerken scherp, "en ik weiger dat te doen. Dat doet gij maar. Ik heb al genoeg aan mijn kop met de prijs van hooi en stro en voer die altijd maar hoger gaat en de prijs van de paarden die omdat het te duur wordt er te houden, altijd maar omlaag gaat, godverdomme. Wat kan mij de zin van het leven schelen als ik vooral wil overleven. Straks heb ik honger en spaar ik mijn eigen eten en drinken om die beesten te kunnen houden. Zwijgt mij van de verdomde zin van het leven. En Knorpot, denkt ge dat die echt om de zin van het leven geeft? Dat die ernaar zoekt? Die oude zeurpot zoekt alleen maar aanleidingen om te kunnen zagen en klagen en een muur om azijn tegen te pissen en mensen en dingen om zuur overheen te kappen om dat naar het sissende spectakel te kijken en er bijtende commentaar op te geven, de cynische klootzak. En Zakenman die denkt alleen aan geld en macht bij alles dat hij ziet en iedereen die hij ontmoet, en als hij al aan de Zin van het Leven denkt, in hoofdletters, is het om het in stukskes te kappen en de stukskes te verkopen en daarna een handleiding die vertelt hoe ge de stukskes in elkaar moet zetten. En Bohemien, dat nieuwe speeltje van de Grote Schrijver denkt aan niks behalve zichzelf, want het is een volbloed navelstaarder en een dikke egoist van geboorte. En Meisje? Ja, Meisje. Die Is misschien wel de zin van het leven, en daarom houdt die zich niet bezig met dit soort kleinmenselijke overpeinzingen. Dus Dichterke: of zwijgt over de zin van het leven of doet er wat mee, voor uzelf, want ge schrijft toch dat ge het beste medicament zijt tegen uzelf. En hebt ge me nog een jenever? Beter: geeft me de fles. Ik zal eens kijken of daar de zin van het leven in zit."
Verzonden vanaf mijn BlackBerry®-toestel
Geen opmerkingen:
Een reactie posten