En de Boer, hij ploegde voort.
Binnenkort word ik 50. Heel lang ben ik zoekende geweest in dit leven. Wat ik ermee wou en vooral welke rol ik in dat leven wilde. Het is mij nog steeds niet duidelijk en dat zal het nooit zijn. Ik ben nooit tevreden met slechts een rol.
Ik ben Boer geworden en in die rol kan ik me koesteren zoals die twee katers die zich hier naast mij in de zon liggen te koesteren. Een zon die twijfelt tussen de schraalheid van de winter en het fris zoete van de lente.
Lang heb ik de wereld willen veroveren. En wel snel. En als dat niet kon, dan toch de halve wereld. Ik ben een alfa mannetje. Geen erf waarop ik stap of ik kijk hoe ik er op het hoogste punt van de mesthoop kan komen om er met de borst hoog, luid kan kraaien. Ik ben een haantje.
Ik wilde de wereld veroveren. Eerst als schrijver, maar dat met de hand schrijven was lastig en dat herwerken van manuscripten was niets voor mij. Op zoek gaan naar uitgevers en de brieven krijgen met de vraag een en ander te herwerken en dat ik dan wel in aanmerking kwam, misschien, was evenees mijn ding niet. Ik ben in die zin te vroeg geboren. Of de computer en het internet zijn te laat gekomen. Niet getreurd.
Ik wou de wereld veroveren als tekenaar en schilder en ondanks mijn talent daarvoor, want bescheidenheid is een mij onbekende gave, werd dat niet echt wat, want hoe groot ook dat talent, ik ontbrak in grote mate de gave en het geduld me te laten scholen en dat is wel enigszins nodig als je echt uiting wil geven aan wat in je borrelt. Tekenen en schilderen bleven me het gevoel geven dat ik het meesterwerk in mij vorm gaf met de koppoters van een 5-jarige of dat ik mijn Ontdekking van de Wereld aan het schrijven was met de boom-man-oom woordenschat van datzelfde kind. Het ergerde me. Als je ergens talent voor hebt, weet je ook wat je niet kan. En ik kon zeer veel niet.
Zakenman werd ik bij toeval. Als iets tijdelijks. En ook daar wilde ik elk erf veroveren en inpalmen en liefst snel en daarna Belgie, West Europa, Europa, het Westelijk Halfrond, de Hele Wereld. Ik heb het verder geschopt dan ik ooit gedroomd had. Blijkbaar was de combinatie van mijn ongeremde ambitie in combinatie met mijn gave mensen te lezen en ze dus te motiveren en sturing te geven, voldoende, want ik zie bij mezelf geen enkel ander talent dat mij geholpen op die tocht doorheen dat harde wereldje. Of toch: de gave van het woord. Geschreven en gesproken. En mijn wil de dingen te begrijpen door ze te ontleden, analyseren, er dan nieuwe dingen mee te doen of te maken. En dat opnieuw en opnieuw en opnieuw en opnieuw. Voortschrijdend inzicht is my middle name. Tot grote ergernis soms.
Mijn talent om mensen te lezen is een gave maar ook een gif. Ik geloof mensen moeilijk. Ik lees hun lichaam. Proef hun woorden. Lees de leegtes en de stiltes. Ik zie elke leugen, elke onwaarheid, elke aarzeling, elke verbloeming, elke techniek die mensen toepassen om dingen verborgen te houden. En als ik dat voel, dan ben ik onstuitbaar. Het is iets buiten mij, een monster dat mijn geest overneemt en dat de bodem wil, die elke steen gaat draaien en keren en gaat graven en niet rusten kan voor hij alles weet.
Ik ben zeer vergevingsgezind. Niet haatdragend. Maar ik verzuur helemaal als er mij dingen ontsnappen en ik voel dat ze er zijn.
In die zakenwereld ben je een boom. Je begint klein en dan groei je tot een boom. Maar ik ben niet gemaakt om een boom te zijn, want ik kan niet beslissen waar ik mezelf dan wil planten.
Ik heb het gehad.
Ik heb 'mijn bedrijfje' geleid. Ik heb tientallen miljoenen omzet gedraaid. Ik heb de wereld bereisd en land na land veroverd. Ik stuurde een productie eenheid, we ontwikkelden, vermarkten en verkochten producten zoals dat mooi heet, en we groeiden in 5 jaar tijd van een niemandal naar een Europese speler.
Hoe graag ik het ook gedaan heb, het is nooit helemaal mijn ding geweest. Ik voelde me als een observator in de rol van de protagonist. De schrijver die ineens een personage is geworden en onmachtig in zijn eigen roman.
Ik wou als Zakenman de wereld veroveren en dat was een fijne tijd. Nu help ik anderen de Wereld veroveren met raad en wijsheid en doorzicht en inzicht en door analyseren en ontleden en boren en graven en bouwen opnieuw en opnieuw en opnieuw. Het bevalt me. Misschien vind ik voor mijn 50ste dan toch de rust in de onrust. Misschien is toegeven aan mijn onrust wel wat mij rust geeft. De toekomst snelt ons steeds sneller tegemoet. De wereld om ons heen verandert steeds ingrijpender en dat met een steeds hogere snelheid. Beweeglijkheid en onrust zijn een gave. En geven rust. Ik ben een gezegende.
Ik boer en realiseer een droom die ik nooit gehad heb. Het boerenleven past me en de Boer nestelt zich in mij.
Op mijn Boerderij praat ik als een boer. Ik spreek er liefst weinig. Ik werk door als ik ergens mee bezig ben en laat mijn bezoekers staan. Vegen is vegen. Stallen uitmesten is stallen uitmesten. Voederen is voederen. Hooi binnen halen is hooi binnen halen. Omheiningen herstellen is omheiningen herstellen. Paarden binnen en buiten zetten is paarden binnen en buiten zetten. En ik laat me niet afleiden.
Ik praat weinig. De meeste vragen beantwoord ik met 'ja' of 'neen' en het valt me op dat mensen vragen stellen waarop ze zelf het antwoord kennen of dat ze die zomaar stellen zonder dat het belangrijk is of ik het antwoord ken, maar vooral zonder dat ze iets gaan doen met het antwoord. Dan mompel ik. Iets in een lettergreep of 3.
Het is goed zo. Het leven is simpel. Het weer is goed of slecht. Het regent of niet. Het is koud of warm. En de dingen die gedaan moeten worden, moeten gedaan worden.
En ik schrijf. Veel.
Als boer vind ik wat ik vond in het vele reizen: de alleenzaamheid. En die vind ik ook in het schrijven.
Verzonden vanaf mijn BlackBerry®-toestel
Geen opmerkingen:
Een reactie posten