Vermoeid lees ik mijn ziel tot de avond als water in een bad de dag laat vollopen en ik me er in dompel als een steen in een rivier en een blad aan een boom. Ik adem het neonlicht van de stad en ruik het gesmolten rubber en de verbrande koffie en overrijpe bananen en kaneel. Mijn ogen zijn gesloten en ik baad in zwart. Ik haal geen adem meer in dit landschap dat in uit ijs is gesneden en mijn vingers breekt. Mijn geest is een waterput in de zomer. Mijn gedachten een lekke emmer. Mijn ziel een roman in een mij onbekende taal in letters die ik niet herken. Mijn hart bonst op het ritme van de wolken. Mijn spreken is regen. Mijn denken is de wind. Mij ziel is een kartonnen doos. Mijn lijf is een bergketen. Ik wil slapen. De slaap kust mijn voorhoofd.
Verzonden vanaf mijn BlackBerry®-toestel
Geen opmerkingen:
Een reactie posten