Mijn jodelende huid is van leer en ik roffel als een trom. Ik wou dat ik een pistool was, geladen en wel. Een flits licht. Kruidig. Een lange file naar de zon. Een dorre boom. Een barre droom. Een boze brief.
Een lief schrijven. Smekende woorden die nooit meer verdwijnen. Gekrast met een naald in metaal. Met een beitel gezet in graniet. Iets met steen. Een steen. Ik ben de steen.
Ik sluit mijn ogen even en het is al voorbij. Ik ben niets. De Zee slokt me op. Ik dacht een druppel te zijn maar in de Zee is een druppel enkel Zee en je kan de zee niet zijn. Je bent dus niets.
Sent via BlackBerry offered by Proximus
Geen opmerkingen:
Een reactie posten