zaterdag 6 juli 2013

Nelson

De dag was warm. Heet zelfs. Eentje die gezwollen staat van het zonlicht. De geur van gemaaid gras. En lavendel. 
Ik sloot de ogen. Dat doet een mens wel eens. Liggend in de zon die je huid streelt zoals alleen de zon en je geliefde dat kan. Ik lag in een strandzetel in mijn tuin in mijn zon en sloot de ogen en de wereld om me heen vouwde zich dicht in mijn hoofd tot een puntje dat ik vergat ergens. 

Een oude zwarte man met witte krullen kwam naast me zitten. Hij ademde niet. Zijn ogen waren 11. 
"Zo", zei hij, "dat was het." Zijn woorden werden wolken.

Ik keek hem aan. Als hij zou rechtstaan zou ik zien hoe groot hij was. Een lieve reus. De wolken dreven naar de horizon en verdwenen daar en ook de tijd, elke kleur en geluid. Er was niets meer en ik voelde me klein.

"Hoe was het in je cel, zolang?" vroeg ik bijna, maar mijn woorden vonden de weg niet.

"Het was er klein." zei hij stil. "Het was er klein en stil. Je raakt eerst uitgepraat tegen jezelf. Daarna neemt de stilte je in. De stilte is als marmer. Marmer is kil. Marmer is warm. Marmer is hard. Marmer is zacht. Dat weten veel mensen niet. Marmer is zacht. Dat leer je. Marmer is mals. En in marmer zitten oneindig veel beelden die je er uit kan kappen en polijsten. En in de stilte schuilen duizenden woorden en verhalen. In de cel was ik schrijver en beeldhouwer. Het was er klein, stil en eenzaam. En alleenzaam op de duur."

Een merel landt op het gras. Het gras ritselt in de wind. In de verte ruisen populieren. De zon spint als een kat.

"Ik heb er geleerd dat ik niet mijn woorden uit de stilte haal en niet mijn beelden uit marmer, maar die van alle mensen."

Hij stond op en wandelde naar de horizon. Traag en een beetje gebogen. In bleek pak. Met kort wit kroezelhaar. Hoe verder weg hij wandelde hoe groter hij werd. Aan de horizon keek hij nog even om, met 11 jarige ogen en daarna daalde hij af.


Sent via BlackBerry offered by Proximus

1 opmerking: