Er zijn van die dagen.
Gelukkig zijn
ze niet talrijk
meestal.
Lijdzaam en nederig gebogen.
Kruiperig en zonder weerstand.
Het zijn van die dagen
waarop alles tegen zit.
Waarop een hondendrol
zich feilloos
onder je schoenzool rolt
terwijl je in de gietende regen
in je nette pak
naar je auto spurt,
spetterende door de modderige plassen
en je bij de auto gekomen `
je tas neerzet
om naar je sleutels te zoeken,
in je zakken,
waarin je die sleutels
niet vinden kan,
waarna je je tas opent
waar de regen in gaat zeiken,
tevergeefs tastend
en zoekend naar
die godverdomde fucking sleutels,
je de gsm grijpt
om te bellen
of de sleutels binnen zijn gebleven,
maar door je haast en je vloeken,
je trillende frustratie
en de van de regen verkleumde vingers,
glipt de telefoon je uit de handen,
duikend in een plas
en als je je bukt om dat ding te redden,
rijdt een auto voorbij en
hoost je nat tot op je ondergoed.
Het zijn die dagen
waarop je weer naar binnen loopt,
met een gsm die vol water zit,
je de sleutels meteen ziet liggen
op de desk van de secretaresse,
je weer naar buiten holt om
te merken dat die tas verdwenen is,
want je had die toch daar achter gelaten?
Het zijn die dagen die
de goden hebben uitgekozen
om je eens lekker te kloten.
Het zijn de klotedagen van ons bestaan.
En dat na regen zonneschijn komt zal wel zo wezen,
maar het kan je niet schelen op zo'n dag.
Het zijn die dagen dat er in je auto is ingebroken
als je naar een dringende meeting moet
en je laptop is weg en je papieren
en je hebt in wéken niet gesynchroniseerd
en je moet naar het buitenland vertrekken, morgen.
Het zijn de dagen dat je eens gaat fietsen
voor het eerst in 87jaar
en je lek rijdt ergens in de diepe polders in Weert.
Je heft de kop en dankt de Goden voor zoveel wijze lessen.
De goden waren geen kosmonauten.
Het zijn gewoon klootzakken
Geen opmerkingen:
Een reactie posten