Knorpot, oude zagevent die al lang geen leeftijd meer heeft en die leeft van zagen en klagen en elke dag zijn shot cynisme krijgt bij het waken en die gaat slapen met een lekker glas sarcasme elke avond, die tikt verder op de oude schrijfmachine die taktaktak doet, onregelmatig, want hij tikt met twee, drie soms vier vingers.
Op Facebook, een omgeving waar ik wel eens vertoef, las ik vandaag een diepzinnige vraag van een goeie vriend die ik nooit zie, maar van wie ik wel eens boodschappen lees op mijn zwerftocht langsheen de sociale media.
Mensen van mijn leeftijd, horen niet rond te hangen in die lege wereld van loze boodschapjes, zo vinden sommige mensen die absolute ernst en serieux en rustige standvastigheid willen uitstralen. Die in vakjes willen denken en alles en iedereen in hokjes stoppen en die denken in lineaire processen, die liefst kort zijn en overzichtelijk en ontdaan van alle emotie en intermenselijkheid. Short people. Ondiepe mensen. Plassen.
Die mensen doen lacherig over facebook en twitter. Ze schrijven omstandige rapporten en documenteren die zorgvuldig, net als de antwoorden. Ze haten korte flodders en kriebeltjes. Deze mensen zijn robots in het diepst van hun gedachten. Wat bijzonder ondiep is in heel primaire gedachten.
Deze mensen geloven niet dat uit schijnbare chaos iets kan ontstaan en dat iets wat gisteren nog niet bedacht was, morgen al kan zijn. Want dingen zijn of zijn niet. Als ze niet zijn, kun je ze niet bedenken en als ze er niet waren, kunnen ze er ook achteraf niet zijn. Deze mensen gedijen het beste in een onveranderlijke wereld en dus is voor hen de wereld een vast gegeven, waaraan niets veranderen kan.
Ik smile. Ik adem diep. Mijn sinussen zijn etterpoelen, mijn keel is dik en gezwollen en mijn longen ronken bij elke zucht. Als ik spreek trillen de snaren in het strottenhoofd als roestig versleten ijzerdraden. Even ophouden. Geen afrekeningen meer in mijn blog. Gewoon relaxed door het leven gaan. Iedereen is wie hij is, zelfs ijskonijnen en flat earth mensen.
Ergens onderweg ben ik de draad verloren, want ik wou inzoomen op de diepe vraag van mijn vriend, die vroeg 'waar is de zon gebleven?'
Bij deze kan ik er op antwoorden: de zon is er hoor, wees gerust. Je kan ze alleen niet zien. Ze is verborgen. Achter dat dik pak wolken is ze wel degelijk, schuivend van Oost naar West. En die wolken zijn wit, als altijd. Maar doordat de onderzijde ervan niet door de zonnestralen beschenen kan worden, worden ze diep grijs.
Het miezert. En mijn geweldige vriend bedoelde natuurlijk dat we de zon missen. Een wolkenloze hemel, zachte Zuiderwind. Het tintelende gevoel van de zacht brandende stralen op je huid. Eten in de tuin. Een dutje in de hangmat. Mijn vriend heeft gelijk. Is dit wintermoeheid?
Straks haal ik houtblokken. De haard is ruim en open. Niet efficiƫnt, maar de warmte van het vuur en het stralen op je huid, komt het dichste in de buurt van het effect van de zon. Later op de avond, als ik buiten een laatste rondje langs de paarden loop, prikkelt de houtgeur mijn neus. Niet milieuvriendelijk. Wel menslievend.
Een dag glijdt voorbij.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten