donderdag 26 april 2012

westenwind

Ik open de voordeur
en laat de Westenwind binnen
die waait de hal in
en
klapt wild
en onbeleefd
met de deuren
in het huis.

De Westenwind
ploft zich in de zetel,
legt de benen
bij de enkels gekruist op elkaar
rustend op de salontafel
en vraagt me huilend
om een Duvel.

Ik ga naast de Westenwind zitten
die kil is en naargeestig
en geurt naar de zilte Zee
en ik probeer te praten
maar
haar bulderende geweld
ontneemt me mijn adem
en mijn woorden blijven
zonder stem.

Ik wil haar vragen
mijn huis te verlaten maar
zij is nu overal langs trappen
en door kieren en
langsheen deuren
en krakend en steunend
en snerpend en

ik weet niet hoe ik de Wind
aanspreken moet
en ik word moedeloos
en zwijg stil
en laat mijn armen hangen.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten