zondag 15 april 2012

Zee en zand en handen

Twee mensen zijn samen alleen in de duinen bij de zee van het Noorden tussen het buigende en stugge gras en ze praten in fluisterende woorden en hun verhalen kabbelen als een trage beek die nergens heen wil en doorheen het vlakke land meanderend ergens heen vloeit.
Zij legt zand in zijn hand. Droog zand dat hij niet vasthouden kan en daarna schept hij met zijn vrije hand zand en legt het in haar hand. Zij kijken hoe het dunne zand als droog water tussen hun vingers wegvloeit zonder stoppen. Als ze knijpen gaat het sneller. Als het zand bijna weggevloeid is, draaien ze hun handen om zodat hun handen leeg zijn nu. Zij reikt hem de hand en spreekt in lichte woorden als vlinders in een bloemenweide.

'Nu onze handen leeg zijn, bevrijdt van het zand dat ze probeerden vast te houden, kunnen ze elkaar vastgrijpen.'

Ze neemt hem bij de hand en ze wandelen langs het strand. Op het zand.


Dichter legt het dikke zwarte potlood opzij en staart buiten en in de polder spelen jonge hazen.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten