De tergend langzaam meanderende levens van Droeve Dichter, Boerken, Oude Knorpot, Gladde Zakeman, Stil Meisje, Grijze Filosoof, Buurmans en de Trage Stroom.
zaterdag 10 september 2011
Doel is niet het doel
's Ochtends vroeg, onder de lage wolken en een voorzichtige ochtendzon
die te zwak is om door die flanellen lucht te branden, zijn Boerken en
De Oude Knorpot vertrokken met de groene oude tractor van Boerken. Een
John Deere die Boerken tweedehands heeft gekocht in de vroege jaren 80
van de vorige eeuw toen het woord smartphone nog niet bestond en de
mensen belden met elkaar vanuit lelijke en stinkende aluminiumen
kotjes op kerkpleinen.
"We gaan naar Zee, op zoek naar ruimte en vrijheid en avontuur' had de
Oude Knorpot aan zijn vrouw gezegd,"einde van de week zijn we terug,
Boerken en ik en zijn we een ander mens voor 2 dagen, waarna we weer
de oude worden: Boerken een boer en ik gewoon een oude knorrende
zagevent die nooit content is en aan alles de negatieve kanten ziet en
altijd en over alles en iedereen klaagt en zeurt", want hij wou niet
vertellen dat ze op zoek gingen naar het Stille Meisje waarvan ze
dachten dat ze aan zee woont, omdat haar woorden klinken als de wind
die over de duinen glijdt en als de golven die breken op het strand op
een bijna windstille ochtend en omdat haar ogen de kleur hebben van de
zee, nu eens blauw, dan weer grijzig groen. En Boerken, die de zee nog
nooit gezien heeft, zegt dat hij toch zeker weet dat ze een zeemeisje
is, al weet hij niet waarom.
Ze hebben de kar achter de tractor vol geladen met eten en bakken
duvel en flessen jenever en eten en slaapzakken en rommel en dan zijn
ze vertrokken. Boerken aan het stuur en de Oude Knorpot een beetje
schuin er achter, half zittend op een spatbord, met een kaart in de
hand. Ze zijn de hoge dijk langs de trage stroom op gereden en zijn
dan tuffend langsheen Vlassenbroek en Baasrode en St Amands en
Mariekerke gereden met aan de overkant Kastel en de stroom werd
alsmaar breder en in Temse zijn ze de stroom over gestoken over de
brede brug en dan ging het langs Steendorp en Antwerpen. En tegen
avond kwamen ze aan in Doel en ze parkeerden de tractor midden de
verlaten en vervallen en leeggeplunderde huizen en de Oude Knorpot
haalde er zijn hart op, scheldend en schimpend en klagend en zagend
over en tegen alles wat industrie is en politiek en het grote geld en
de blinde macht en de machteloosheid van de gewone man en Boerken
zuipt jenever en valt in slaap op de kar en de Oude Knorpot drink nog
een Duvel en wandelt tot op de dijk en kijkt over de brede stroom en
naar het spookdorp tegen de dijk en hij voelt hoe hij godverdomme
huilen moet omk zoveel onrecht en ellende en blindheid en hij
vervloekt de Strakke Zakenman en de Droeve Dichter die nu probeert
zakenman te spelen en die zijn ziel op het spel zet en hij gaat op een
bank zitten en vloekt en miljaart.
In het pikdonker gloeien de lichten van de haven stroomopwaarts.
Aan de rand van het dorp kamperen vreemde jonge mensen in tenten en
caravans en gekraakte panden en ze stoken vuurtje. Hij ruikt de
houtskool en de kruiden en het geroosterde vlees en hoort hun muziek
in flarden.
Hij gaat terug naar de kar waarop Boerken luid ligt te ronken en
schenkt een laatste Duvel uit en probeert dan de slaap te vinden, maar
die weet vannacht aan de geest van de Oude Knorpot te ontsnappen.
'Doel is niet het doel', denkt Knorpot.
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten