donderdag 15 september 2011

Het wordt noen en de Gladde Zakenman en de Dolende Dichter eten samen
en de zakenman zegt dat de Dichter een ontwapenende eerlijkheid heeft
die hem ver gaat brengen in het zakendoen omdat mensen voelen dat die
echt is en authentiek en omdat mensen daarvan houden, ook zakenmensen.

"Ik ga je niet leren liegen, dichterke, maar ge moet wel leren de
waarheid te negeren als dat nodig is. Ik ga je de echte kracht van het woord leren en niet de kracht van woordjes in lieve tekstjes, maar de echte kracht.

Ik ga je leren de waarheid te negeren. En dat kan je alleen door ze
kei- en keihard en glas- en glashard te ontkennen. Je kijkt mensen
recht in de ogen en zegt heel overtuigend dat het niet waar is.

Helpt altijd! Want mensen moeten dan ineens gaan beweren dat je een
gepantenteerde leugenaar bent en dat doen ze niet. Neem dat van me aan.
Gewoon ont-kennen. Mensen mogen de bewijzen zien en voelen en horen en
toch kan je alles met een simpel en overtuigend "Neen, niet waar"
wegvegen. Ge-wel-dig! Dat, dichterke , is de echte kracht van het Woord!"

Dichter kijkt de Gladde Zakenman aan en vraagt hem of hij de Zakenman
dan nog geloven kan. "Gisteren vroeg ik je of je het Stille Meisje nog
gesproken had en je keek me aan en zei heel overtuigend 'Neen'. En
toen ik je vroeg waarom je dan zoveel van haar wist, zei je dat je
daarover niet praten wilde, want dat 'Neen Neen is'. En ik weet dat je
al eerder tegen me gelogen hebt."

De Gladde Zakenman grijnst en zegt dat dat geen leugens waren, maar het
verdraaien van de werkelijkheid om de Dromerige Dichter te sparen,
"Want je bent zo'n watje soms", en dat het bij die paar keer is
gebleven en dat de Dichter dat maar moet geloven en de dichter trekt
de schouders op en zegt dat hij niet anders kan zeker en ze eten
verder en drinken dure wijn en de Gladde Zakenman spreekt over verre
reizen en dikke deals en vliegreizen in onweders en bestolen worden in
Oosterse steden en de Dolende Dichter luistert en weet niet langer wat
waar is en wat niet en weet dat dat er niet langer toe doet.


De waarheid bestaat niet en heeft nooit bestaan. Of iets waar of of niet,
denkt hij, wordt bepaald door twee woorden: 'ja' or 'neen'. En geloven
of niet geloven.

En de Gladde Zakenman, die een extra zintuig heeft na zoveel jaren,
zegt: " Vertrouwen, dichterke, is enkel en alleen niet perse de
waarheid willen kennen. Knoopt dat goed in uw kop. Heel goed. Als je
wil leven en overleven, is het dat en dat alleen. Vertrouwen is bewust
blind en doof zijn. En gevoelloos dus ook."


De Dolende Dichter eet zwijgend verder en vraagt zich af of hij dat kan en wil. En hij bedenkt ook dat hij cynisch wordt als de Oude Knorpot omdat hij het best wel grappig vindt dat de Gladde Zakenman een filosoof is en een woordkunstenaar.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten