Dichter staat op de dijk en onder zich beukt de zee tegen de stenen muur. Golf na golf. Schuimend en onvermoeibaar. De zee neemt. Dichter wil begrijpen. Dichter wil een gedachte lang genoeg vasthouden om ze te zien en daarna wil hij ze in een zin beschrijven en ze aan de zee schenken en het lukt hem niet.
Dichter proeft de woorden die hem komen aanwaaien. De woorden die hem blind sloegen en lam maakten. Dichter weet nu dat hij eeuwig alleen zal zijn. Dichter is een priemgetal.
Sent via BlackBerry offered by Proximus
Geen opmerkingen:
Een reactie posten