Knorpot komt binnen met zwarte handen en donkere strepen in zijn gezicht van de aarde en het stof en het zweten en rood aangelopen van de zon en de inspanningen en hij bromt en gromt omdat hij nu eenmaal een Knorpot is en omdat hij de onhebbelijke gewoonte heeft altijd een oorzaak te zoeken en een schuldige of iets of iemand om tegen aan te zeiken begint hij tegen Boerken te emmeren over dat vreugdedansje deze ochtend over de zon en de lente en het gras dat groeit want dat met het gras ook het onkruid ineens welig tiert en dat Boerken met zijn machinerie en zijn onkruidverdelgers daar geen last van heeft, maar dat hij, Knorpot die de tuin met de hand en natuurlijke middelen probeert netjes te houden, daar dus de hele zondag zoet is mee geweest, met dat uitrekken en wegharken van dat stomme onkruid. Boerken luistert amper en sneert "Zoet mee geweest? Gij? Ge zijt zo zurig als vitriool gij. Als ge uw mond opentrekt, spuwt ge vuur en verbrandt ge onze goesting in het leven zelf, dus houdt uw mond en drinkt een Duvel, Oude Knorpot."
Sent via BlackBerry offered by Proximus
Geen opmerkingen:
Een reactie posten