vrijdag 5 april 2013

Parijs-Roubaix

Als jongen heb ik duizenden keren Paris-Roubaix gereden en gewonnen. Liefst als het droog was en stoffig. Dat was het beste", spreekt Knorpot opvallend zacht. " Ik kende elke steen, elke kei, elke bocht, elke graszode uit het parcours dat kilometers lang leek, toen. Ik reed tegen mezelf, want enkel dan won ik en ik was een winnaar. Ik lag met het bovenlijf horizontaal, de armen in een losse rechte hoek onder mij op het stuur. Mijn fiets was wit en had 4 versnellingen, wat uitzonderlijk was in die tijd en wat voor mij gelijk stond aan de sleutel tot de overwinning. Ik dacht toen nog dat kleiner trappen je sneller vooruit bracht. Het oogde spectaculairder sowieso.
Ik vertrok op het ruwe asfalt net voor ons huis dat meteen overging in een even brede weg van droog zand en de zware stenen die ook langs de spoorbedding lagen. Het hotste en botste je stuur uit de handen maar ik was behendiger dan de behendigste veldcrosser en laveerde tussen de stenen de de uitgedroogde plassen tot bij een boomgaard met laagstammen bij de eerste 90 graden bocht naar rechts, een rechte weg met twee diep gesleten karresporen in de zandgrond en in het midden een weerbarstig hoge grasdijk. Het was de kunst in dat 30 cm brede diepe zandspoor te blijven. Links de velden van patatten en graan en recht weides en een boomgaard."

Niemand luistert en Knorpot zwijgt en drinkt misnoegd Duvel.


Sent via BlackBerry offered by Proximus

Geen opmerkingen:

Een reactie posten