Boerken staat in de gietende regen die loodrecht uit de lucht valt in dikke vette regendruppels als opgeblazen kikkerns en die bulderend op de de akkers beukt en de gewassen plat ranselt en die beken vormt en de bodem genadeloos losrukt en wegvoert naar de beken de de rivieren die zwellen en stijgen en de dijken aanvreten. Boerken legt het hoofd in de nek, spreidt de armen en opent de handen en de mond en sluit de ogen en laat de regen hem geselen en schoon wassen met geweld. Hij prevelt woorden in een taal die hij niet kent. De regen is hem dankbaar. De lucht is donker en bijna zwart en neigt omlaag.
Sent via BlackBerry offered by Proximus
Geen opmerkingen:
Een reactie posten