Denkend aan de dood kam ik mijn haar door er met mijn vingers doorheen te woelen en daarna ga ik slapen en droom ik van avonden die in stilte voorbij schuifelen met kleine wijfelende stapjes. In het donker achter mijn gesloten ogen tel ik het leven.
Mensen zitten op een terras en in een park en liggen in de eerste zon en op het winterse gras. Iemand spreekt. Een doos wordt geopend. Iemand leest een boek. Een pyramide van spiegels breekt op het plein en het geluid van splinterend glas klinkt als regen. Een uur. Twee uur. Drie uur.
De klok wijst halfelf. Een hoefijzer vangt het geluk en houdt het vast. Achter witte deuren sluiten we de kilte in het duister van diepe kasten waar de demonen wonen.
Sent via BlackBerry offered by Proximus
Geen opmerkingen:
Een reactie posten