maandag 22 april 2013

Eeuwig winter

Die dagen leek het alsof de winter zich voorgoed genesteld had in de polder en met de winter ook de schrale Noordoostenwind bleef waaien, die weinig regen bracht, maar die de ijzige kou bleef aanvoeren uit de toendra waar het bleef vriezen. De lente, die nu en dan probeerde om de kilte te stoppen en de grond te ontdooien met de warmte van de zon die elke dag langer maakte en hoger klom, was bleek dit jaar en zwak en te onmachtig om de winter af te houden en zo leek het er op alsof in dat jaar de winter zou duren tot de zomer.

Niemand zei het luidop, want mensen onderling praten veelvuldig over het weer, maar laten zelden zien dat wat ze denken alle wetten van de logica tart, bang als ze zijn dat ze daarmee zichzelf gek verklaren en zich met die eerlijkheid uit de goegemeente zetten van mensen die zichzelf gezond boerenverstand toeschrijven, alsof dat het hoogste goed zou zijn: het hebben van gezond boerenverstand. Een ongevaarlijke omschrijving van simplistisch redeneren, dat niet veel verder reikt dan het herkauwen van wat men al kent en zich ver binnen de lijntjes houdt om er zeker niet buiten te kleuren.

Dat kwakkelseizoen tussen de aanhoudende winter en een afwachtende zomer in, zaten Dichter en Meisje in het Donker Kot. Hij onbekwaam om binnen de lijntjes te kleuren en zij zonder lijnen, zodat ze even goed en slecht bij elkaar pasten en die twee uitersten elkaar zo perfect wisten op te heffen, dat ze weinig woorden en gebaren nodig hadden om te weten dat ze twee helften van eenzelfde wezen waren.

Samen witten ze de kamer die op de tuin uitkeek en waarvan de muren oorspronkelijk matzwart geschilderd waren en waarop Dichter lange gedichten schreef voor haar met krijt als op een schoolbord, een paar lentes geleden.

Zijn geschrift was hakerig en onregelmatig geweest op de muren en de meeste letters vormde hij op een heel eigen en ongewone manier, omdat hij als tiener ooit besloten had zijn eigen lettertype te ontwerpen en dat had hij zich eigen gemaakt, tot grote ergernis van sommige leerkrachten en docenten die weigerden zich aan zijn heel eigen conventies aan te passen. Die typografie was nooit meer weggesleten. Een g schreef hij als een o met een vertikaal streepje lichtjes er onder, dat de o net niet raakt en zo ook de d en de b, maar dan erboven en de ene keer lichtjes rechts en de andere lichtjes links. Een e waren drie evenwijdige boven elkaar gezette liggende lijntjes en een a een o met een streepje ervoor...

En in die vreemde letters die groeiden en krompen en schuin zakten, schreef hij zijn teksten die eerst warm waren en hoopvol en daarna vergleden naar intens donker lijden en verdriet, op de matzwarte wanden en daarna merkte hij enige zomers geleden dat dat schrijfsel haar pijn deed zonder dat ze dat in woorden zei en zijn vrienden zagen de pijn in zijn woorden en uit medelijden met hem en haar en uit zelfbescherming tegen zoveel geschreven verdriet, kalkten ze de muur wit en woorden van pijn verdwenen en met de woorden in krijt, verdween ook zij naar Zee ver weg en een koude winter lang wentelde hij zich in stilzwijgen en tristesse en werd hij bedlegerig en mager en bleek. Tot hij de muren weer matzwart ging beschrijven met houtskool, zo dicht en intens dat de muren geheel zwart werden na verloop van tijd en het schrijven bleef doorgaan, tot er geen wit meer was en daarna schreef hij op papier.

Ze keerde terug in zijn woorden en zinnen, zwevend langs de Trage Stroom en hij zat op de dijk te wachten op het moment dat het water stilstaat tussen tussen vloed en eb en toen was ze er.

Samen witten ze de kamer.

Sent via BlackBerry offered by Proximus

1 opmerking:

  1. We waren bijna echt vergeten,
    hoe schoon de zomer wel kan zijn.

    BeantwoordenVerwijderen