Ergens en ooit. Een laatste keer. Als zoveel mooie dingen. Die mensen zo dikwijls samen beleven. En dan. Dan. Dan is het gedaan. Het keert niet meer weer. Het was een laatste keer. Die laatste keer. De mensen die er bij waren, die laatste keer. Wisten. Het. Niet. Niet.
de hemel regent. Het is grijs. Iemand valt. Valt in slaap. Schok. De slaap. Kort en intens en absoluut.
Diep, verdwalend in een tuin. De zon doorheen de ramen als in het spreekwoord. Even wandelen. De knotwilgen langs een hoefijzer van water.. Een laatste keer. Onbewust.
Iemand ooit ergens. De zon in een sluier. Rechts de steenweg. Links het verse groen van lente. Het verkeer is bedwelmend. Als hij uitstapt neemt een vrachtwagen hem mee. De klap. Zou die dodelijk zijn? Zou het pijn doen. Is er licht dan? Zie je jezelf liggen in een rare plooi op het asfalt? Kijk. Daar lig ik. De zon wamt de lucht tot dikke pap.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten