vrijdag 24 mei 2013

Goden

Ik was een Godenkind dacht ik. Dacht ik. Een van de vele dwalingen. Vreemd was dat niet. Het leek echt zo. Wie was ik om daaraan te twijfelen. Wie twijfelt aan de Goden? Niet ik. Wie twijfelt aan de echtheid van zijn ouders zolang die dat niet tegenspreken en er geen reden is om niet aan te nemen dat zij het zijn. Je ouders. Ik was een Godenkind. Dacht ik.

En dan ineens lieten ze me vallen. Plots. Ik denk te weten waarom. Toen ze beseften dat ik nooit mijn taak zou vervullen, de reden waarom ze me beschermden en alles gaven. Ik ken die taak. Ze hebben werkelijk bijna onmogelijke zaken gedaan. Op hert randje. Goden mogen tussen komen. Maar niet in die mate dat het gaat opvallen. Ze namen risico's. Niet in die mate dat ik me een Godenkind zou wanen. 
Ze duwden en hielpen en regelden en arrangeerden. Doordat ik gewoon dacht een Godenkind te zijn, zag ik het niet. Ik zag hun doel niet. Dat kwam pas daarna. Nadat ze me lieten vallen. Zoals je dacht een warme steen in je hand te hebben die ineens een wrattige pad blijkt te zijn.

Ik was een Godenkind. Alles wat ze me gaven willen ze terug. Ik heb hen teleurgesteld. Ik wist het niet. Het is te laat nu. 

Alles wat ze planden voor hun echte Godenkind. Het zal voor een volgende keer zijn. Zonder mij.



Sent via BlackBerry offered by Proximus

Geen opmerkingen:

Een reactie posten