zondag 5 mei 2013

Vikings






Ik heb in mijn lange leven in de zakenwereld, voor ik een Oude Knorpot werd dus, veel kleine en grote zonden begaan. De zakenwereld is hard en in die jaren waren er geen sociale media om ons op de vingers te tikken en survival of the fittest betekende ook dat we wel eens de randjes van het toelaatbare opzochten. Enig cynisme helpt dan om jezelf te wapenen. En dus wordt een mens als vanzelf knorrig.

Ik heb aan dat leven veel ervaring te danken. Ik heb veel kilometers op mijn teller, zoals dat mooi heet. Ik deel die levens- en zakenwijsheid nu dagelijks met anderen die me daar dankbaar voor zijn en me daarvoor betalen, gelukkig, want ik lust af en toe iets meer dan droog brood en water. Ik heb dankzij dat leven een uitgebreide verzameling relaties, in veel takken van sport en in veel landen en ik heb iedereen netjes opgeslagen op mijn Linkedin, zoals mensen vlinders op speldjes prikken.

Ik zou het hebben over zonden groot en klein.


Ik heb me ooit bezondigd aan kinderarbeid. Dat lijkt me een behoorlijke zonde. Neen, ik heb als kind nooit gewerkt. En zelden daarna. Neen, ik zette kinderen aan het werk. Eén kind. Ik deed dat niet eens ergens in een of ander land in het verre Oosten, zodat ik kon doen alsof ik het niet wist. Hij was duidelijk minderjarig en we wisten het. Het gebeurde geregeld en het was een bewuste keuze. Als zonde kan dat tellen.


Ik verklaar. Ergens laat in de vorige eeuw was ik verkoopdirecteur voor een Nederlands bedrijf. Een A merk. Dat vertelden we er graag bij: dat we een A merk waren. We voegden zelfs twee A-merken samen om er één van te maken en we kwamen er jammer genoeg snel achter dat 1 + 1 zelden 2 is, maar zeker geen 3 zoals we dat hadden gewild. Ook dat was een zonde. Eentje die we niet bewust maakten. En waaruit ik veel geleerd heb.

We werkten vanuit een villa die omgebouwd was tot kantoor met een zalige tuin vol mosgroene bomen en een schattige showroom in een uiterst saai stadje met drie letters ergens in de provincie Brabant.

Ik was waggelend als een dronken eend met een defect evenwichtsorgaan mijn eerste passen aan het zetten in die wondere wereld van internet en andere ongein. Een paar maand eerder had ik mijn eerste e-mail ontvangen en gestuurd en ik wist nog niet zo goed wat ik ermee moest. Als we op internet gingen, deden we dat met dat gierende geluid van een open telefoonlijn. Internetten maakte lawaai. Als we een paar mails met wat bestanden verstuurden konden mijn arme huisgenoten urenlang niet bellen. Internetten was echt spannend toen en vooral langdradig en mijn geduld werd behoorlijk op de proef gesteld. En ook dat van vrouw en kinderen die bijvoorbeeld op een belangrijk telefoontje zaten te wachten. Van schoonmama bijvoorbeeld. Dankzij de beginjaren van internet ben ik geduldiger dan een dooie zenboeddhist op slaapmiddelen op een dromerige lome zondagmiddag in mei.



We waren een dynamische tent en dus wilden een swingende website want dat hoorde zo, als je wat wilde betekenen, wisten we. Zo ver waren we al gekomen.

We hadden weinig centen of we waren bijzonder zuinig of het was een combinatie van die twee. Dus lieten we onze website bouwen door een van de allereerste digitale wonderkids ooit, die nog ruim minderjarig en dus goedkoper was dan die dure professionals.

Neen hoor, het was geen zuinigheid. We lieten die website bouwen door een briljant jongetje, dat in dat saaie stadje woonde en school maar niks vond en allerlei toen al bijzondere dingen deed op en met het internet. Hij had een van de eerste internetwinkels ooit. Hij was een mutant. Wij leefden allemaal nog in de trage analoge wereld en hij in de digitale. Hij bouwde onze website en wij gaven hem speelgoedbonnen. We deden het gewoon omdat hij beter was dan welke volwassene professional ook. Een nieuwe generatie was geboren: de Digital Natives.

Kinderarbeid dus. Ga ik nu de cel in?


Ergens een jaar of 3 geleden sliep ik in een Nederlands hotel en wat doet een mens dan behalve veel zappen? En dus viel ik ineens in een programma waarin dat jongetje van toen aan het woord was. Ik herkende hem vaag en was fier. Onze minderjarige website bouwer was een Bekende Nederlander geworden, wiens naam je vinden kan op Wikipedia.

Het was geen kinderarbeid back in the late ’90s. Het was wél het moment waarop ik besefte dat de oude economie voorbij was en dat met die oude economie de bejaarde trage lelijke krokodillen zouden verdwijnen die geen sikkepit begrepen van de nieuwe media en dat die jonge briljante jongetjes die we toen nog geen naam gaven, de toekomst zouden schrijven en het van ons zouden overnemen. Hun naam? Digital Vikings.

Ik gaf me toen al gewonnen.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten