Samen bij de grote open haard. Dikke zwarte blokken liggen in de geel oranje gloed die de lucht dik maakt als pap. Onder hun vel borrelt hun bloed zachtjes.
Samen. Dat zijn Boerken, Knorpot, Zakenman, Dichter en Meisje. Ze hebben net hooi gelost. Veel hooi. Een hooiwagen vol. Lossen en stapelen, metershoog onder de open schuur. Samen. Ja. Ook Zakenman. Onhandig en meer niets doend dan werkend, maar hij was erbij.
Hun neuzen zitten vol dik snot en hun longen piepen en hun strot en keel lijkt vol te zitten met honderden irritante vezeltjes. Hun huid kraakt en jeukt. Hun ogen tranen en ze niezen en snotteren en zeggen niet zo veel. Zakenman voelt zich voldaan en Boerken, die al een hele dag bezig is met zwaar werk, is moe. Dichter en Meisje zitten dicht tegen elkaar onder een deken. Dichter heeft zijn arm om haar. Als ze niet oranje zouden zien van de vlammen, zouden ze roze zijn van het warme bad en ze ruiken naar olijfolie uit de provence. Knorpot heeft goeie inkzwarte Italiaanse wijn geschonken in grote glazen zodat die vrij kan ademen. De wijn is stevig als steen. En koppig als graniet. Smaakt naar rijp fruit en noten en hout en kruidig en gaat over naar zuur heel even om dan bloemig fris te eindigen, denk je, tot de finale komt achteraan je tong die Dichter niet verwoorden kan. Ze zwijgen, dommelen in en drinken wijn. Ze staren in de vlammen. Ze weten dat wat ook ze zeggen, de woorden al gesproken zijn tussen hen, zonder stem en zonder adem.
Sent via BlackBerry offered by Proximus
Geen opmerkingen:
Een reactie posten